Met trompetgeschal binnengehaald bij uitgeverij Lebowski. Een duwtje in de rug van Lize Spit en Jeroen Olyslaegers. Veel geroezemoes op de sociale media. Na acht jaar labeur aan dit debuut zoemt de buzz deerlijk in het rond. Anneleen Van Offel (28) schept zonder gêne verwachtingen over Hier is alles veilig, waarvoor ze ettelijke malen Israël bezocht en ter plekke een rist eersterangsgetuigen sprak, van rabbijnen tot militairen.
"Ik werk in de schimmige wereld van de nuance, met personages die goed noch slecht, maar in de eerste plaats mensen zijn", zo kondigde Van Offel vier jaar geleden haar opzet aan in een tekst voor het Brusselse cultuurhuis deBuren. Toen vroeg ze zich nog hardop af of ze "niet beter een essay zou schrijven": "Iets wat echt scherp is, iets wat discussie uitlokt over slachtoffers en daders, over perceptie van goed en kwaad."
Uiteindelijk mondde haar zoektocht toch uit in een roman, die ze al op haar 20ste aanvatte. Vroege versies mikte z…Lees verder
Met trompetgeschal binnengehaald bij uitgeverij Lebowski. Een duwtje in de rug van Lize Spit en Jeroen Olyslaegers. Veel geroezemoes op de sociale media. Na acht jaar labeur aan dit debuut zoemt de buzz deerlijk in het rond. Anneleen Van Offel (28) schept zonder gêne verwachtingen over Hier is alles veilig, waarvoor ze ettelijke malen Israël bezocht en ter plekke een rist eersterangsgetuigen sprak, van rabbijnen tot militairen.
"Ik werk in de schimmige wereld van de nuance, met personages die goed noch slecht, maar in de eerste plaats mensen zijn", zo kondigde Van Offel vier jaar geleden haar opzet aan in een tekst voor het Brusselse cultuurhuis deBuren. Toen vroeg ze zich nog hardop af of ze "niet beter een essay zou schrijven": "Iets wat echt scherp is, iets wat discussie uitlokt over slachtoffers en daders, over perceptie van goed en kwaad."
Uiteindelijk mondde haar zoektocht toch uit in een roman, die ze al op haar 20ste aanvatte. Vroege versies mikte ze in de prullenmand; Van Offel bleef tot op het laatst vijlen en herschrijven. Dat merk je enigszins aan het al te steriele eindresultaat. Je kunt een boek ook enigszins 'kapotschrijven'.
Van Offel koos op haar achttiende voor een opleiding Woordkunst aan het Antwerpse Conservatorium. Toch twijfelde ze lang of ze, net als haar vader, arts zou worden. Allerminst toevallig projecteert ze nu deze andere professionele droom op haar hoofdpersonage Lydia, een gespecialiseerde neonatologe in een ziekenhuis. Deze Belgische vrouw van middelbare leeftijd trekt halsoverkop naar Israël, nadat ze een vier woorden tellende noodkreet ontvangt van haar stiefzoon Immanuel, met wie het contact al tien jaar is verflenst.
De jonge (ex-)militair is in penibel vaarwater terechtgekomen en raakte langzaam in de greep van drugs, zo zal ze ontdekken. Lydia moet tot haar afgrijzen vaststellen dat ze onherroepelijk te laat komt: ze krijgt enkel nog zijn zwaargehavend stoffelijk overschot te zien.
Schoorvoetend
Wat is er precies gebeurd? Ze blijft een poos in Israël om er enigszins desperaat op zoek te gaan naar sporen van zijn korte leven, bijna behekst door zijn 'innerlijke stem'. Ze spreekt Immanuels ex-vriendin Ofra en speurt naar zijn afwezige vader, de uit Polen afkomstige, door demonen geteisterde Joachim Polak, met wie Lydia in België een intense relatie had, tot hij per se naar het Joodse beloofde land wilde terugkeren. Hun verwijdering deed pijn.
'Voor jou is je kind een motivatie om de uitdijende donkerte in je brein een rand te geven, in te dijken, om je opnieuw te verhouden tot het leven', stelt Lydia vast. Al snel blijkt dat Joachim een verwrongen verhouding had met Immanuel, al haalde hij de jongen over om 'een trotse Israëli' te worden.
In vrij strak geritmeerde hoofdstukken - af en toe terugschakelend naar België en de kortstondige, kommerloze periode tussen Lydia en Joachim - laat Van Offel veel geledingen van de Israëlische samenleving de revue passeren, in kundige maar ook zelden verrassende observaties. Zo neemt Lydia deel aan allerhande toeristische rondritten. Voorzichtig toont ze beide kanten van de medaille in het door paspoortcontroles en checkpoints vergeven land. Haar ambitie van nuancezoeker maakt ze absoluut waar. 'Je hoort een systeem dat zijn angst nodig heeft om te blijven bestaan', staat er ergens.
In het tweede deel van het boek, cirkelend rond thema's als verstoorde familierelaties en het concept van een mentale en fysieke safe space, serveert ze ook het perspectief van de zoon. Dat geeft de roman plots meer panache, ook omdat we zijn ambivalentie over zijn militaire missies aan den lijve aanvoelen. 'Dus wanneer begint een granaat te roken? Misschien al ver voor de geboorte van de soldaat.'
Hier is alles veilig komt schoorvoetend tot ontbolstering. Pas laat slaat er enige betrokkenheid over op de lezer. Ligt het aan de eerder ingehouden verteltoon, met af en toe weliswaar een pathetische uitschieter? Dit doordachte debuut verraadt onmiskenbaar compositorisch talent, maar soms oogt het allemaal te gekunsteld of ja, krampachtig. Van de weeromstuit laat Van Offel haar zinnen abstract of pseudoliterair galmen. 'Mijn huid hongerde naar huid, mijn oren naar geluid dat ik niet zelf veroorzaakte.'
Her en der staren stilistische tekortkomingen ons open en bloot aan, en stuit je op ongelukkige formuleringen: 'Wat blijft er van mij over als je ons van me aftrekt?' Had dit debuut dan toch nog een jaartje extra moeten marineren?
***
Lebowski, 240 p., 21,99 euro.
Verberg tekst