Julian, Dick en hun zusje Annie vormen met hun nicht Georgette een clubje dat het avontuur opzoekt. Georgette wil liever een jongen zijn en laat zich George noemen. Haar hond Timmy is de vijfde van het stel. George, Annie en Timmy slijten hun dagen in een internaat. De jongens zitten op een andere school. Hun ouders komen af en toe in beeld: verstrooide en drukke mensen. Quentin is een wereldvreemde wetenschapper. Zijn vrouw Fanny is gelukkig wat praktischer, vooral bij het organiseren van logeerpartijen en uitstapjes van de vijf vrienden. Die leven voor het weekend en de vakanties. Dan trekken ze er op uit. Ze hebben meestal een rustige opvatting van hun vrije tijd. Wandelen, kamperen, logeren zijn hun favoriete bezigheden. Toch komt er steevast een avontuur tussen geslopen. Er is altijd wel een geheimzinnige toestand waar ze op stuiten, ze ontmoeten een fascinerend personage, ze ontdekken dat er ergens een schat verborgen ligt... Ze beleven onwaarschijnlijk veel avonturen telkens ze een stap buiten het internaat zetten.

Opvallend is de positieve levenshouding van deze kinderen. Ze lusten alles. Ze zijn altijd tevreden. Ze zijn niet op hun mondje gevallen. Ze hebben goede manieren. Ze zorgen goed voor elkaar. Ze ruimen hun kamer op. Ze komen op voor de zwakken. Ze houden niet van opscheppers. Ze zijn goedgehumeurd. Enzovoort. Het is dus een en al degelijkheid en goedheid. In deze tijd klinkt dat bijna ontroerend. De verhouding meisjes/jongens komt wat gedateerd over. De jongens slapen buiten, meisjes doen dat niet. Als de schat op de bodem van de rivier ligt, duiken de jongens. Zij voeren het woord tegen vermeende boeven. En wie smeert de boterhammen?

Door een onverwachte meevaller hebben de jongens enkele dagen vrij van school. Meteen maken ze plannen om te gaan wandelen op de heide. Regenweer en slechte wegwijzers doen hen afdwalen. Dick slaapt in de schuur en krijgt midden in de nacht een raadselachtige boodschap. Er blijkt ook een gevangenis op deze heide te zijn, waar al eens een boef uit ontsnapt. Dus veranderen de Vijf hun route en gaan ze een en ander uitzoeken. Ze vinden op de bodem van het meer een schat...
[Heidi Vyncke] Verberg tekst

De vijf detectives maken in de herfstvakantie een trektocht. Onderweg komen ze toevallig op het spoor van een juwelenschat die door een bende is verborgen. Het verhaal is vlot geschreven. De zinnen variëren in lengte; er is een regelmatige afwisseling tussen directe en indirecte rede. De personen zijn typen: ze worden niet zo uitgebreid beschreven. Opvallend bij deze geheel herziene herdruk van een deel uit de bekende Vijf-serie zijn: het meer eigentijdse taalgebruik, de hier en daar ingekorte beschrijvingen zonder het oorspronkelijke verhaal geweld aan te doen, de modernere zwartwitillustraties en de stevige kaft met een nieuwe waterverftekening van een spannende actie in de geheime gang. Voor kinderen vanaf ca. 9 jaar.