Mijn broer is een baas
×
Mijn broer is een baas Mijn broer is een baas
Nederlands
© 2025
Vanaf 9-11 jaar
Mats (11) brengt zijn zomervakantie door in Malmö met zijn moeder en ontmoet daar de stoere Kilian op de skatebaan. Ze worden snel de beste vrienden maar Mats is enorm bang voor wat er gebeurt als Kilian zijn grote geheim ontdenkt. Vanaf ca. 10 jaar.
Titel Mijn broer is een baas
Taal Nederlands, Zweeds
Oorspr. taal Zweeds
Oorspr. titel Brorsan är kung!
Uitgever Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma, © 2025
136 p.
ISBN 9789021686424

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een modern kinderboek over vriendschap, identiteit en de moed om jezelf te zijn. De elfjarige Mats brengt zijn zomervakantie door in Malmö met zijn moeder. Op de skatebaan ontmoet hij Kilian, met wie hij een hechte vriendschap ontwikkelt. Ze worden 'bloedbroers', wat inhoudt dat ze elkaar altijd de waarheid moeten vertellen. Mats worstelt echter met de angst dat Kilian hem niet meer als vriend wil als hij zijn geheim ontdekt: Mats is als meisje geboren. In gevoelige en lichtvoetige stijl geschreven. Voor lezers vanaf ca. 10 jaar. Jenny Jagerfeld (Skärblacka, 1974) is een Zweedse schrijver en psycholoog. Ze won eerder de prestigieuze Astrid Lindgrenprijs en haar geprezen boek ‘Comedy Queen’* is verfilmd.

Trouw

'Transgender is een fase' vindt oma
Bas Maliepaard - 07 juni 2025

De Zweedse Mats (11) ziet eruit als een jongen, gedraagt zich als een jongen en hij weet dat hij een jongen ís. Maar hij is geboren in het lichaam van een meisje. Dat geheim neemt hij met zich mee als hij voor het werk van zijn moeder tijdelijk naar Malmö verhuist.

Eerst voelt het als een bevrijding dat niemand hem daar als meisje gekend heeft en hij dus voor het eerst zonder bijgedachten als jongen gezien wordt. Ook door Killian, die eruitziet 'alsof hij dagelijks mensen in elkaar timmert'. De jongen zit onder de stift-tattoos en houdt net als Mats van skaten.

Hun vriendschap begint met ruzie en een skate-uitdaging, die voor Mats ongelukkig verloopt. Hij bloedt als een rund, maar geeft geen kik. 'Het is te merken dat je een echte vent bent', zegt Killian. Mats gloeit: dit heeft nog nooit iemand tegen hem gezegd.

In sommige boeken over transgender tieners blijft lang in het midden wat er met de hoofdpersoon aan de hand is, zoals in het onlangs met de Woutertje Pieterse Prijs bekroonde Oever van Ludwig Volbeda of Een lied dat alleen ik kan horen van Barry Jonsberg. In dit boek, voor een jongere doelgroep, richt Mats zich al op bladzijde 50 tot de lezer om te vertellen hoe het zit.

Die passage vormt een kleine hobbel in het boek, omdat die in literair opzicht niet fraai is; te uitleggerig, te nadrukkelijk informatief. Tegelijkertijd blijft de toon zo nuchter, grappig, vertrouwelijk en innemend dat je als vanzelf doorleest. In dat opzicht werkt het intermezzo wel.

Doordat Mats je deelgenoot maakt van zijn geheim, kom je ontroerend dicht bij hem en voel je zijn angst dat zijn nieuwe vrienden erachter zullen komen, bijvoorbeeld als ze gaan zwemmen. En je ervaart sterk dat hij simpelweg een jongen ís en dat niet hij, maar zijn omgeving daar een toestand van maakt.

Zijn vader huilde dagenlang na Mats' bekentenis, tot zijn moeder het hem verbood. 'Het was fijn dat hij niet meer in zijn muesli zat te snikken, maar het was nog steeds rot om hem te horen huilen op de wc.' Er zijn ook lachwekkende reacties. Oma vindt dat jongensgedoe een fase, waarop Mats droog opmerkt: 'Ik vind mijn oma maar een fase'. En zijn tante is té blij en gebruikt de situatie om te etaleren hoe ruimdenkend ze is.

Als Killian toch ontdekt dat Mats als meisje is geboren, voelt hij zich bedrogen en staat de vriendschap op het spel. Zonder de ontreddering en het verdriet van Mats weg te poetsen, laveert Jenny Jägerfeld met haar empathische pen naar een hartverwarmend en hoopgevend slot.