De vrienden Will en Evanlyn, de redders van het vaderland, zijn na hun sabotagedaad in De brandende brug (De Leeswelp 2008, p. 191) door de Skandiërs onder bevel van Jarl Erak in gevangenschap weggevoerd, en hun vriendschap wordt al meteen danig op de proef gesteld. Will is immers maar een eenvoudig weeskind, terwijl Evanlyn de dochter van de koning is. Vrijlating is slechts een kwestie van losgeld, maar er komt een kink in de kabel, en ze komen als slaven in het noorden terecht. Dat slavernij ook de afhankelijkheid van verdovende middelen betekent, vormt een bijkomend probleem. Wanneer Erak, de hoofdman die de moed en de bravoure van Will weet te waarderen, de betreurenswaardige toestand merkt waarin deze zich bevindt, helpt hij de twee ontsnappen. Fysiek althans, want de geestelijke bevrijding laat op zich wachten.
Intussen hebben leermeester Halt en Arnaut, de vriend van Will, het land verlaten en trekken zij naar het Noorden door het ongastvrije Gallië. Halt …
Lees verder
De vrienden Will en Evanlyn, de redders van het vaderland, zijn na hun sabotagedaad in De brandende brug (De Leeswelp 2008, p. 191) door de Skandiërs onder bevel van Jarl Erak in gevangenschap weggevoerd, en hun vriendschap wordt al meteen danig op de proef gesteld. Will is immers maar een eenvoudig weeskind, terwijl Evanlyn de dochter van de koning is. Vrijlating is slechts een kwestie van losgeld, maar er komt een kink in de kabel, en ze komen als slaven in het noorden terecht. Dat slavernij ook de afhankelijkheid van verdovende middelen betekent, vormt een bijkomend probleem. Wanneer Erak, de hoofdman die de moed en de bravoure van Will weet te waarderen, de betreurenswaardige toestand merkt waarin deze zich bevindt, helpt hij de twee ontsnappen. Fysiek althans, want de geestelijke bevrijding laat op zich wachten.
Intussen hebben leermeester Halt en Arnaut, de vriend van Will, het land verlaten en trekken zij naar het Noorden door het ongastvrije Gallië. Halt krijgt hiervoor geen toestemming, en hij beledigt dan maar koning, land, vorstenhuis. Hij wordt prompt verbannen, gelukkig slechts voor een jaar. Op hun tocht herstellen zij her en der onrecht, tot ze in de handen van een sadistische kasteelheer vallen. Dit kan hen uiteraard niet tegenhouden: ze overwinnen en gaan door.
De parallelmontage wordt wel erg strak aangehouden: hoofdstukje hier, hoofdstukje daar. Het had wat soepeler gemogen, want op den duur gaan die cliffhangers toch averechts werken. Niettemin blijft dit boek spannend genoeg. De trouw van Evanlyn aan Will is hartveroverend, en het is ontroerend om zien hoe ze zich voor hem uit de naad werkt, stuntel als ze is. Bij de terugkeer van Will onder de levenden slaak je een zucht van verlichting, en dan is dit deel alweer afgelopen. De gevaren die de reddingsploeg onderweg tegenkomt zijn goed en meeslepend beschreven. De vraag blijft of ze elkaar zullen terugzien in deel vier, want té lang mag het toch niet meer duren. Tot nu toe blijft 'De Grijze Jager'-reeks het (her)lezen zeker waard. Afwachten welke kunstjes John Flanagan nog in petto heeft. [Walter Schoonbaert]
Verberg tekst