Het boek beschrijft de 24 uur waarin Rozane (achter in de 30 en verpleegkundige) bij haar oude moeder is die zojuist een beroerte heeft gehad. In plaats van haar naar het ziekenhuis te brengen, zorgt Rozane zelf voor haar op een niet al te zachtzinnige en vriendelijke wijze en neemt het leven met haar moeder door op bijna onderkoelde wijze. Dit is een soort wraak omdat haar moeder er niet was toen Rozane haar zo hard nodig had. Het verhaal is in de ik-vorm vanuit Rozane geschreven en komt daardoor extra binnen. Gaandeweg wordt steeds duidelijker wat er in de jaren negentig van de twintigste eeuw gebeurd is. Verschillende vriendjes en relaties passeren de revue. Rozanes onberekenbare vader wordt typerend beschreven. Hij wil dat Rozane zijn bedrijf overneemt en negeert compleet haar eigen toekomstvisie en het schooladvies. Ook haar jongere broer Arthur speelt een belangrijke rol. Rozane las hem vaak sprookjes voor om hem te kalmeren, dat doet ze nu ook voor haar moeder. Het verhaal speelt zich af in een klein Vlaams dorp. Vrancken debuteerde in 2017 met de roman ‘Buiten blijft het zondag’. Verberg tekst