Wat gebeurt er als je je niet alleen eenzaam voelt in de stad waar je woont, maar ook in de taal die je spreekt? Wat als je de wereld niet alleen anders ziet, maar ook anders in woorden giet? Kan je dan verbinding maken, en welke soort verbinding is dat dan? 'Mijn naam in zijn accent, waarin de uitspraak van “gh” anders klinkt dan ik Iran gewend ben, geeft me een warm gevoel. Het is alsof mijn naam nu niet meer een vreemdeling is hier.' De woorden rollen uit de mond van Arghavan, een Iraanse vrouw die het liefst van al met haar blote voeten door het gras loopt en naar de hemel tuurt 'waarin boom, aarde en lucht samengaan'. Maar wanneer ze naar Amsterdam emigreert, lijkt Arghavan een zonderling te zijn in haar liefde voor natuur.
Schrijfster Sholez Rezazadah (32) verhuisde in 2015 naar Nederland. Voor de liefde, maar ook voor het schrijverschap. Dat verliep aardig, want zowel haar proza als poëzie viel al in de prijzen en zes jaar later verscheen haar semiaut…Lees verder
Wat gebeurt er als je je niet alleen eenzaam voelt in de stad waar je woont, maar ook in de taal die je spreekt? Wat als je de wereld niet alleen anders ziet, maar ook anders in woorden giet? Kan je dan verbinding maken, en welke soort verbinding is dat dan? 'Mijn naam in zijn accent, waarin de uitspraak van “gh” anders klinkt dan ik Iran gewend ben, geeft me een warm gevoel. Het is alsof mijn naam nu niet meer een vreemdeling is hier.' De woorden rollen uit de mond van Arghavan, een Iraanse vrouw die het liefst van al met haar blote voeten door het gras loopt en naar de hemel tuurt 'waarin boom, aarde en lucht samengaan'. Maar wanneer ze naar Amsterdam emigreert, lijkt Arghavan een zonderling te zijn in haar liefde voor natuur.
Schrijfster Sholez Rezazadah (32) verhuisde in 2015 naar Nederland. Voor de liefde, maar ook voor het schrijverschap. Dat verliep aardig, want zowel haar proza als poëzie viel al in de prijzen en zes jaar later verscheen haar semiautobiografische debuutroman De hemel is altijd paars. Daarin kijkt de lezer door de ogen van Arghavan, die haar gevoelens van eenzaamheid liever in gedachten houdt dan in woorden te delen. Niet onlogisch dat ze daarom een vriendschap sluit met Anna, een dove danseres, of met Johan, een oude man die het geluid van bomen opneemt. Waar stilte centraal staat, kan Arghavan floreren. 'Luister, ik praat met stille lippen. Antwoord met een blik die de taal van jou en mij is', mompelt ze.
Wanneer Arghavan gevoelens begint te krijgen voor Mees, een Nederlandse jongen, ontdekt ze dat de kloof niet altijd te dichten valt. Mees, die zich heel snel aangetrokken voelt door haar andere blik op de wereld, laat die nieuwsgierigheid even gemakkelijk weer wegebben. 'Ik moet wakker worden', denkt Arghavan. 'Ik moet rennen, trappen, praten, plannen maken voor de toekomst, voor de feestdagen, niet aan het verleden denken, mijn gevoelens beheersen.' Maar in een wereld waar alles en iedereen voorbijraast, staat Arghavan het liefst stil. Sterker nog, ze verbergt zich in het comfort dat het verleden te bieden heeft. Dat is namelijk vast, onveranderlijk en afgerond. Ze zoekt daarom niet alleen naar de verhalen achter de objecten die ze in haar tweedehands winkeltje verkoopt, maar rakelt voortdurend herinneringen op aan haar leven in Iran. Hoe haar vader zichzelf in zijn opiumverslaving heeft opgerookt, hoe haar moeder haar heeft achtergelaten. 'Je moet de woorden blijven uitspreken, lieve dame, anders gaan ze schimmelen in je hart.'
Met ongewone vergelijkingen verwerkt de schrijfster subtiel de melancholische en melodieuze ondertoon van de Perzische taal in de Nederlandse. Van de kopjes thee met rozenbladeren tot de gedroogde vijgen: Rezazadeh speelt in op alle zintuigen en laat de lezer kennismaken met een vorm van eenheidsbeleving, die ook schuilgaat in Arghavans bewondering voor haar leefwereld.
Het resultaat is een intiem portret over migratie en eenzaamheid, die vooral gevoeld en moeilijk beschreven wordt. Rezazadeh houdt het verhaal op tempo in klare taal en korte zinnen. Hier telt eenvoud, opdat de welgekomen herinnering duidelijk wordt: de mens en de natuur zijn geen losstaande werelden, maar blijven onlosmakelijk met elkaar verbonden. 'Wees niet zo'n overgevoelig meisje. Anders zul je het niet redden in deze wereld', wordt Arghavan verweten. Maar in die gevoeligheid verschuilt zich misschien juist een belangrijke alertheid voor de ander, die we in de westerse wereld kunnen vergeten. Een boodschap die terecht bekroond werd met de publieksprijs van de Bronzen Uil.
Ambos/Anthos, 181 blz., 21,99 €.
Verberg tekst