Je kunt er stilaan een heus boekenkraampje mee uitrusten: BV's die zich aan het edelachtbare genre van de roman wagen. Zeker onder acteurs blijkt de drang de laatste jaren onstelpbaar. Ze willen niet alleen zelf in de regisseursstoel plaatsnemen maar ook tot het schrijversgild toetreden. Kijk bijvoorbeeld naar Leen Dendievel met Georges en Rita, haar nogal wisselend onthaalde roman over euthanasie. Of naar Rudy Morren, die zich als misdaadauteur ontpopt en zelfs al een Hercule Poirotprijs op zijn conto heeft. En nu is er ook Stany Crets (56) die de pen slijpt.
De Antwerpse acteur doorzwom natuurlijk al menig watertje als musicalmaker, regisseur, scenarist en theaterauteur. In één hokje laat hij zich nooit wringen. "Ik wil alles gedaan hebben, maar ik ben ook alles héél snel beu", vertelde hij afgelopen zomer nog in deze krant. En dus moest er een roman komen, die al jaren "van a tot z" in zijn hoofd zat en door de lockdown eindelijk zijn vaste bedding kreeg.
Oud papier komt niet helemaal uit het niets vallen. Dik twintig jaar geleden was dat al een theatervoorstelling van Crets met Jaak Van Assche, Heddie Suls en Tuur De Weert. En die volkse, uitvergrote teneur zit ingebakken in deze roman, die weliswaar meer vlees aan de botten heeft.
Crets dompelt ons onder in de niet bijster vrolijke wereld van het schoorvoetend ouder wordende, kinderloze echtpaar Raymond en Rachel. Rachel legt 's avonds uitentreuren haar solitairekaarten, maar maakt er een erezaak van om zichzelf in het ootje te nemen om 'uit te spelen'. Tot ergernis van Raymond, die de kriebels krijgt van de telkens zo voorspelbare loop van dit uitgewoonde, 'aanslepende' huwelijk: 'Net zoals ik onvermijdelijk deel ben geworden van het afgrijselijke meubilair in onze rijtjeswoning, is zij onwrikbaar met mij verbonden. Aan mij vastgeroest eigenlijk.'
Kortom, Rachel en Raymond pesten elkaar de nagels vanonder het bloed en Crets laat ons - een tikje getelefoneerd - afwisselend in hun hoofd kijken. Dat is geen fraai spektakel, zoals wanneer Rachel de slapende Raymond observeert: 'Hij hijgt en puft als een blaasbalg die het vuur in een smelterij moet aanwakkeren. En hij snurkt. Luider als een drilboor.'
En waarom moet Raymond, een voormalig hoteleigenaar, zich nu - op zijn vierenzestigste - nog in het karmozijnrode kostuum van hotelportier hijsen? Hoe is het zover kunnen komen dat de echtelieden elkaar zo intens zijn gaan haten? Was er ooit wel sprake van liefde en aantrekking?
ONECHTE ZOON
Voor diepgaande psychologisering ben je bij Crets aan het verkeerde adres en het duurt ook even voor hij zijn plot uit de slaapstand wrikt. Dat gebeurt door middel van een rouwbrief die bij nacht in de brievenbus wordt gedropt. De dood van Marc Jespers, een onechte zoon van Raymond met zijn kortstondige minnares 'madam Germaine', brengt de poppen volkomen aan het dansen. Gewroet wordt er plots in oud papier, dagboeken, schriften en herinneringen: 'Herinne- ringen hebben veel macht. Ze laten u lachen en huilen. Ze laten me nu glimlachen en huilen tegelijkertijd.' Tot zijn afgrijzen blijkt Rachel nog doortrapter dan Raymond vermoedde en zint hij op revanche. En natuurlijk - de lezer voelt het op zijn klompen aan - is er de dubieuze rol van huisvriend Lucien, onbeduidende plaatslager en kale knikker met een snor.
Laverend tussen het volkse en het karikaturale loodst Crets ons met vaart door dit op exploderen staande huwelijk, waarbij hij zich regelmatig een onderhoudende, sappige verteller toont. Smeuïge anekdotes en met dikke klodders verf aangezette taferelen buitelen over elkaar heen. Overspel, abortus, dronkenschap, verraad én Rachel die toch 'geen onvruchtbaar veld' blijkt te zijn geweest: Crets leeft zich uit in almaar grotesker wordende scènes. Maar wie stilistische finesse verwacht, krijgt de kous op de kop.
Soms lijkt Crets zich te ontpoppen als een discipel van het neonaturalistische idioom van Erik Vlaminck. Toch kan hij het niet nalaten driftig te chargeren en te schmieren. Zeker, hij brengt zijn tragisch kolderieke personages onstuimig én vol in beeld, terwijl ze kissebissen en elkaar vliegen afvangen tot ze er bij neervallen. Helaas ontspoort deze oer-Vlaamse roman uiteindelijk richting vaudeville en platte deurenkomedie, met personages die je na een poosje toch eens duchtig aan de oren wilt trekken.
Horizon Uitgevers, 190 p., 22,99 euro.
Verberg tekst